Terugkijken om vooruit te gaan

Winston Churchill heeft eens gezegd: “Een politicus denkt aan de volgende verkiezingen; een staatsman aan de toekomst”. Een uitspraak, die heel actueel is. Bij de komende verkiezingen gaat het er namelijk om dat we een keuze maken tussen de korte- en langetermijnbelangen. Simpel gezegd: kiezen we voor meer materiële welvaart of voor welzijn en een leefbare aarde? Daarom moet aan de uitspraak van Churchill nog iets worden toegevoegd. We moeten ook naar het verleden kijken. De wereld van nu is gebaseerd op het verleden van wellicht honderden jaren terug en dat zal in de toekomst ook zo zijn. Het Centraal Planbureau heeft dat prachtig aangetoond met zijn vorige maand verschenen publicatie De Nederlandse Economie in historisch perspectief. Dit ruim 80 pagina’s tellende rapport moet de basis zijn voor een toekomstverkenning die in 2024 wordt gepubliceerd. Helaas na de verkiezingen. Desondanks biedt deze publicatie al veel informatie die kan worden gebruikt bij het opstellen van verkiezingsprogramma’s. Gezien de traagheid van de Nederlandse kabinetsformaties komt de verkenning wellicht dan nog op tijd voor het komende regeerakkoord.

 

Het CPB laat zien dat de afgelopen 150 jaar de materiële welvaart enorm is gestegen. Vanaf 1945 is deze, gecorrigeerd voor inflatie, zelfs tien maal zo groot geworden en per inwoner vijf maal. Onder welvaart wordt veelal het bruto binnenlands product (bnp) verstaan. Inmiddels geldt het bnp niet langer als goede maatstaf voor de welvaart. Welvaart bestaat immers ook uit welzijnsaspecten: gezondheid, leefomgeving enz. Daarom wordt meer en meer gebruik gemaakt van zogeheten brede welvaartsindicatoren. Het CPB onderscheidt er in zijn publicatie tien vanaf 1820 en komt tot de volgende conclusie: “In internationaal opzicht is Nederland een rijk en welvarend land, met een hoog inkomen per hoofd van de bevolking, relatief goed en toegankelijk onderwijs en zorg, en een relatief veilige leefomgeving. Desondanks zijn armoede en kansenongelijkheid zeker aanwezig en zijn de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk groot. Ook is de welvaartsontwikkeling van Nederland in het verleden mede tot stand gekomen ten koste van de welvaart in de uitgebuite overzeese koloniën.”

 

Alle politieke partijen zouden voortaan gebruik moeten maken van de brede welvaartsindicatoren. Ook al geeft dat problemen, want verbetering van de meeste daarvan is niet gratis. Het is moeilijk het onderwijs, het milieu of de zorg te verbeteren zonder groei van het bbp, tenzij men bereid is tot verhoging van belastingen en/of heffingen. Omdat de financiën niet onuitputtelijk zijn, moeten er keuzes worden gemaakt.

 

De indicatoren zijn bovendien voor meer dan één uitleg vatbaar. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de regionale verschillen in brede welvaart, waarover het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind vorig jaar publiceerde. Omdat de indicatoren onvergelijkbaar zijn, zijn ze niet op te tellen tot één brede welvaartsindicator. Je kunt wel aangeven wat de score per regio is. Omdat het CBS daarnaast de indicator tevredenheid gebruikt, kunnen vreemde conclusies ontstaan. Zoals dat in arme regio’s mensen meer tevreden over hun leven zijn dan in rijke. Dat zou bijvoorbeeld gelden voor Friesland (laag bbp, maar tevreden) en Groot Rijnmond (hoog bbp, maar ontevreden). Het CBS moet toch weten dat tevredenheid onmeetbaar en onvergelijkbaar is tussen personen en dus tussen regio’s. De uitkomsten zouden ook fors kunnen veranderen als je binnen deze regio’s naar verschillende woonwijken kijkt.

 

 Ondanks deze beperkingen van de indicatoren, zou het toch nuttig zijn als politieke partijen er gebruik van maken, zodat beter inzicht ontstaat in hun prioriteiten. Het CPB heeft weliswaar zijn toekomstverkenning nog niet gereed, maar twee indicatoren die in het verleden al slecht scoorden (vergrijzing en milieu) zullen in de toekomst veel aandacht moeten krijgen. Met beide gaat het niet goed. Het is onbetwistbaar dat de bevolking ouder wordt. Daardoor kunnen er tekorten aan arbeidskrachten ontstaan en nemen de kosten van de gezondheids- en ouderenzorg toe. Over dat laatste hoor je tot nu toe uitsluitend dat die omlaag moeten, waardoor er straks alleen nog voor de rijken goede ouderenzorg is. Wat betreft het milieu overtreffen zoals bekend de negatieve berichten de positieve.

 

Churchill indachtig zullen de aanstaande verkiezingen heel belangrijk worden. Vooral ook als daarbij ook gedacht wordt aan wat we de afgelopen honderd jaar hebben bereikt en willen behouden.