Beteugel algoritmes

In de jaren ’80 maakten velen zich zorgen over het verlies aan banen door technologische ontwikkeling. De werkloosheid was toen hoog (ruim 10%). Op verzoek van minister De Koning van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bracht ik in 1984 een bezoek aan Japan. Want dit land gold als voorbeeld van digitalisering, toen micro-electronica genoemd, en zorgde met zijn arbeidsmarktbeleid ervoor dat daardoor geen werkloosheid ontstond. Ik zag prachtige voorbeelden van digitalisering bij Nippon Electric Company (NEC). In de kantoren werd daar toen al de post bezorgd door robotwagentjes en vergaderingen, wereldwijd, vonden plaats door middel van enorme projectieschermen, waarbij het mogelijk was in te zoomen op een gesprekspartner en op zijn aantekeningen.

 

Anders dan in de jaren tachtig is de arbeidsmarkt nu krap. Daarom pleitte minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs voor meer technologische verandering. Nederland moet meedoen aan de wereldwijde concurrentiestrijd om de sterkste te zijn op het terrein van digitalisering. Het ondersteunt daarom de Europese Unie die voorop wil lopen met kunstmatige intelligentie. Brainport Eindhoven zal daaraan zijn bijdrage leveren. Europa wil kunnen opboksen tegen de commerciële grootmachten (google, microsoft, Apple en Meta) in de Verenigde Staten. De mogelijke negatieve maatschappelijke effecten spelen daarbij geen rol. Was het bijvoorbeeld niet verstandig geweest als regeringen destijds beperkingen hadden opgelegd bij de ontwikkeling van sociale media? Welnee, economische groei heeft prioriteit. Een actueel voorbeeld is ChatGPT, dat de mogelijkheid geeft zonder veel intellectuele inspanning automatisch ‘waardevolle essays’ te produceren. Daarover ontstaat wel bezorgdheid in het onderwijs, maar economen die daarvoor waarschuwen zijn schaars.

 

In een recent rapport[1] analyseert het Centraal Planbureau (CPB) de invloed van technologische verandering op de arbeidsmarkt. Banen zijn verdwenen, maar er kwamen zelfs meer nieuwe banen bij. Daardoor hebben nieuwe technologieën, zoals de computer, het internet en kunstmatige intelligentie gezorgd voor een flinke groei van de productiviteit en is de materiële welvaart sterk toegenomen. Het CPB wijst nieuwe technologieën daarom niet af. De overheid moet die stimuleren, maar moet wel waken voor excessieve automatisering om te voorkomen dat er te weinig wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe taken van arbeid, vaak niet routinematig, maar waarvoor wel analytisch en creatief vermogen vereist is. Kritisch is de Datavakbond[2] in zijn recente nieuwsbrief, maar zij heeft (nog) weinig invloed. De Datavakbond wil de belangen vertegenwoordigen van alle burgers die data produceren en gebruiken. Zij waarschuwt onder meer voor het toepassen van steeds meer algoritmes. Vorige maand wees zij erop dat ChatGPT klakkeloos allerlei verschillende databronnen aan elkaar koppelt. Het levert grote risico’s op voor onze privacy (door het koppelen van afzonderlijke persoonsgegevens) en het kan desinformatie verspreiden met negatieve maatschappelijke gevolgen. Bovendien verspilt het veel energie.

 

Zoals bij veel technische ontwikkelen raken we ermee vertrouwd en wil iedereen er op den duur gebruik van maken. Zo is het ook gegaan in de jaren vijftig en zestig met de ontwikkeling van rekenmachines en computers. Ik herinner me nog  toen ik als beginnend economisch onderzoeker regressieanalyses (een statistische techniek om verbanden tussen variabelen te bepalen) moest maken. Een rekenmachine gaf al veel tijdwinst, en de computer deed de analyse in een handomdraai. Ook toen werd ervoor gewaarschuwd dat leerlingen daardoor nauwelijks meer leerden rekenen. Nu wordt ervoor gewaarschuwd dat leerlingen steeds slechter gaan lezen. Mogelijk zal men ongetwijfeld ook leren omgaan met kunstmatige intelligentie.

 

Ondanks terechte kritiek van de Datavakbond op kunstmatige intelligentie, zullen we er gebruik van willen maken. Ze biedt immers tal van mogelijkheden om bestaande bedrijfsprocessen te vereenvoudigen met als resultaat meer economische groei en dus meer materiële welvaart. Die bedrijfsprocessen worden dan steeds meer door algoritmes gestuurd. Nu al leidt dat tot verstoringen in de particuliere en publieke bureaucratie.  Centrale banken willen als reactie op de cryptomunten, deze niet verbieden, maar zelf een digitale munt creëren. Abonnees van kranten worden gestimuleerd een digitaal abonnement te nemen en meer informatie te krijgen door naar een podcast te luisteren. Straks hoeven we niet meer te lezen en alleen maar te luisteren. De NPO maakt al reclame: “Wie luistert, weet meer”. En dan maar hopen dat de gesproken tekst afkomstig is van een mens en niet van een robot. Wat zal er gebeuren als neurologen de menselijke hersenen digitaal kunnen ontsluiten?

 

Politici moeten daarom de kritiek op kunstmatige intelligentie serieus nemen, liefst op het niveau van de Europese Unie, en de algoritmes beteugelen. En zich bezinnen op de veranderende rol van arbeid - en de menselijke factor - hierbij.



[1] CPB, Technologie, de arbeidsmarkt en de rol van beleid, Den Haag, januari 2023.

[2] www.datavakbond.nl